Dat heeft te maken met een slechte doorstroming. Veel huizen worden door één persoon bewoond en de vastgelopen markt belet veel mensen te verhuizen. Die woningmarkt wordt erg bepaald door de keuzes die door de politiek bewust zijn gemaakt. De woning is handelswaar van de vrije markt. Als je veel geld hebt is investeren in woningen erg lucratief. De prijzen zijn de afgelopen jaren enorm gestegen, wat de belegger slapend rijker heeft gemaakt. Maar dat heeft er ook voor gezorgd dat de mensen met weinig geld geen dure huizen kunnen betalen, geen extreem hoge huren. Starters komen niet aan bod. Kan het niet anders? En hoe dan?
Het zou veel anders kunnen door de geringe belasting op het bezit van huizen drastisch te verhogen, een huis meer te gaan zien als een eerste levensbehoefte, waar iedereen recht op heeft. Maak het aanbod groter door huizen meer betaalbaar te maken. Zorg voor een betere verdeling van verschillende typen huizen. Kleinere woningen voor alleenstaanden, bejaarden, wat groter voor gezinnen en wees ook creatief in het ontwikkelen van huizen die flexibeler om te vormen zijn als er verandering nodig is. Verder valt er veel te winnen door slimmer om te gaan met plekken waar ook wat te winnen valt. Denk aan oude bedrijventerreinen binnen de bebouwde kom. Zorg voor betere isolatie en ventilatie in bestaande huizen.
Nieuwbouw kan uiteraard, maar zorg wel voor huizen die voorbereid zijn op de schaarste van energie en drinkwater. Maak het voor elk nieuw huis mogelijk de wc door te spoelen met regenwater. Zorg voor minder traditionele bouw met beton en steen, maar denk na over alternatieve materialen als biomaterialen. Beperk geheel nieuwe dorpen en steden, maar sluit kleinschalig aan bij bestaande infrastructuur.
Elk nieuw huis erbij zorgt wel voor meer gebruik van energie, rioolwater en ruimte die al schaars is. Maak voor de energievoorziening gebruik van slimme netwerken, zodat huishoudens aan elkaar energie kunnen leveren, zodat het stroomnet minder belast wordt. In feite is een miljoen nieuwe huizen erbij in deze tijd bijna niet meer te doen, gekeken naar de grote vraag naar grondstoffen, ruimte en energie. Bouw alleen als het echt niet anders kan en beperk het zodanig dat de neveneffecten (stikstof en broeikasuitstoot) binnen toelaatbare grenzen blijven.